Veel mensen blijken nog niet (helemaal) te weten wat glucose nu echt is. En wat meten we met een glucosemeter nu werkelijk? Tijd om wat dieper in te gaan op het concept achter diabetes.
Glucose is brandstof voor uw lichaam. Voedingsmiddelen met koolhydraten worden in de maag en darmen omgezet tot glucose. Glucose wordt opgenomen in het bloed. Vanuit daar gaat het naar spieren en organen. Om glucose in uw lichaamscellen te krijgen gebruikt uw lichaam insuline. Cellen zetten de glucose vervolgens om in energie, waardoor u kunt bewegen, denken en al het andere. Van hersenen tot darmen: al uw organen hebben glucose nodig om te kunnen werken.
Het lichaam is continu bezig met het vinden van de juiste balans in het glucosegehalte in bloed. Dit heet ook wel het bloedsuikergehalte. Na het eten van een maaltijd met koolhydraten stijgt dit gehalte. Het hormoon insuline zorgt ervoor dat de weefsels de glucose opnemen. Zo komt het bloedsuikergehalte weer in balans.
Suikerspiegel
Een stabiel suikerspiegel is van groot belang voor uw gezondheid. Helaas hebben veel mensen een te hoge of te lage bloedsuikerspiegel.Een te hoge suikerspiegel (hyper) heeft gevolgen, maar pas op lange termijn. Een te lage suikerspiegel (hypo) merkt u veel sneller. Een lage suikerbloedspiegel kan ontstaan door te weinig eten, zware inspanningen, het vergeten van medicijnen maar bijvoorbeeld ook door overmatig alcoholgebruik.
De klachten variëren per persoon. De symptomen die voor kunnen doen bij een lage suikerbloedspiegel zijn: duizelig, humeurwisselingen, hartkloppingen, flauwvallen, hongerig, duizelig, rusteloosheid, hoofdpijn en trillen. Dit kun je het beste voorkomen door suiker binnen te krijgen. Dit kan een frisdrank zijn, druivensuiker of water/thee met suiker. Ook is het op tijd en regelmatig van grote toepassing bij het voorkomen of herstel van een te lage suikerbloedspiegel.
Diabetes
Mensen met diabetes kunnen glucose niet meer goed uit het bloed halen. Het lichaam maakt geen insuline meer aan of reageert minder goed op de insuline. Hierdoor blijft de glucose in het bloed. Het gaat dus niet naar de organen. De bloedsuikergehalte wordt hierdoor te hoog. Zonder behandeling kunnen mensen flauwvallen of zelfs in coma raken. Als uw lichaam zelf geen insuline maakt, dient u insuline te spuiten of een insulinepomp gebruiken.
Glucosewaarden meten
Als u last hebt van diabetes type 2 of u denkt dat uw glucosewaarde is toegenomen, kunt u zelf meten. Vanuit huis en zonder tussenkomst van een arts. Met een glucosemeter kunt u uw glucosewaarden achterhalen. Sommige diabetici doen dit dagelijks, anderen wekelijks. Maar frequent meten zorgt voor het juiste inzicht.
Welke glucosewaarde is gezond en welke is schadelijk? Hieronder in het overzichtstabel kunt u duidelijk zien welke waarde gezond is en welke glucosewaarde kan leiden tot diabetes. De verdeling is gebaseerd op een nuchtere meting en een niet-nuchtere meting.
Bloedsuikerwaarden (nuchter)
- Onder de 6,1 mmol/l – geen diabetes
- Tussen de 6,1 en 6,9 mmol/l – voorfase van diabetes
- Boven de 6,9 mmol/l – diabetes
Bloedsuikerwaarden (niet-nuchter)
- Onder de 7,8 mmol/l – geen diabetes
- Tussen de 7,8 en 11 mmol/l – voorfase van diabetes
- Boven de 11 mmol/l – diabetes
Glucosemeters
Bij het meten van bloedsuiker wordt vaak in de vinger geprikt om een bloeddruppel te verkrijgen. Deze druppel bloed doet u op een speciale teststrip, een wit kartonnen strookje. De teststrip plaatst u in de glucosemeter. Deze geeft vervolgens aan hoe hoog de bloedsuikerwaarde op dat moment is. Er bestaan verschillende soorten bloedsuikermeters met bijpassende teststrips. Ze werken vaak net iets anders, maar het principe van vingerprikken blijft hetzelfde. Helaas heeft bloedsuiker meten op deze manier wel een grote invloed op het leven van diabetespatiënten. Maar gelukkig kunt u thuis meten.
Er zijn glucosemeters die naast bloedsuiker ook het ketonenniveau in het bloed meten. Ketonen is een alternatieve brandstof voor het lichaam wanneer er onvoldoende glucose in het bloed te vinden is. Ketonen en glucose zijn dus aan elkaar gecorreleerd en ketonen worden vaak gezien als indicator. Als iemand een hyper heeft wordt er ook vaak op ketonen gemeten. Een dualmeter is daarom de laatste jaren erg populair geworden.