Welke vitamines slikken diabetespatiënten?

Diabetici zijn uiteraard gebaat bij een gezond voedingspatroon. Vanwege een zwakker immuunsysteem hebben diabetespatiënten meer kans op gezondheidsklachten. Door de juiste voedingsstoffen binnen te krijgen, wordt de kans op dergelijke complicaties beperkt. Maar betekent dit dat mensen met diabetes ter compensatie extra vitamines moeten slikken? Hieronder worden een aantal vitamines opgesomd die extra aandacht verdienen bij diabetes. Overschrijdt niet de dagelijkse hoeveelheid en overleg altijd met een arts bij twijfels. Een tekort aan vitamines kan alleen door een professionele zorgverlener worden vastgesteld!

Vitamine B6

Deze vitamine speelt een voorname rol bij een goede werking van de hormoonspiegel, het zenuwstelsel en het immuunsysteem van het lichaam. Vitamine B6 (pyridoxine) komt met name voor in graanproducten, zuivel, vlees, vis en groenten. Ongeveer 75 procent van de hoeveelheid vitamine B6 in voeding wordt door het lichaam opgenomen. De opname via een supplement ligt aanzienlijk hoger, namelijk op 95 procent. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat diabetes een tekort aan vitamine B6 veroorzaakt. Dit resulteert in een zwakker immuunsysteem, zenuwaandoeningen en bloedarmoede. Maar ook een teveel aan deze vitamine is niet goed. Dit kan leiden tot perifere neuropathie.

Foliumzuur

Foliumzuur, oftewel vitamine B11, speelt een grote rol bij de groei van het lichaam, de aanmaak van bloedcellen en een goede werking van het lichaam. Foliumzuur zit in bijvoorbeeld spinazie, andijvie, brood, aardappelen en vlees. Door niet gevarieerd genoeg te eten kan het voorkomen dat een tekort aan vitamine B11 ontstaat. Dit leidt tot bijvoorbeeld vermoeidheid, depressies, bloedarmoede en darmstoornissen. Een hoog foliumzuurgehalte in het bloed zorgt voor een laag homocysteïne gehalte. Dit is belangrijk, omdat een hoog gehalte aan homocysteïne de kans vergroot op hart- en vaatziekten. Met name diabetespatiënten krijgen vaak te maken met dit soort aandoeningen. Er is nog niet bewezen dat een extra inname van foliumzuur leidt tot een lagere kans op hart- en vaatziekten. Daarom wordt het afgeraden om de dagelijkse hoeveelheid vitamine B11 te overschrijden.

Vitamine B12

Vitamine B12, oftewel cobalamine, speelt een grote rol bij de stofwisseling. Het komt voor in dierlijke voeding, zoals vlees en zuivel. Zo’n 5 tot 10 procent van de Nederlandse bevolking kampt met een vitamine B12 tekort. Ook ontstaat een tekort aan deze vitamine door het gebruik van bepaalde medicijnen, zoals metformine. Diabetespatiënten gebruiken dit geneesmiddel om de bloedsuiker in het lichaam te verlagen. Uit onderzoek blijkt dat drie op de tien diabetespatiënten, die lange tijd metformine gebruiken, een vitamine B12 tekort oplopen. Dit leidt vaak tot chronische vermoeidheid, klachten aan het zenuwstelsel, een gebrek aan eetlust en bloedarmoede. Een vitamine B12 voedingssupplement voorkomt een tekort.

Vitamine C

Vitamine C (ascorbinezuur) is met name belangrijk voor onze weerstand, het opnemen van ijzer en het vormen van nieuw bindweefsel in het lichaam. Het komt met name voor in groentes en fruit. Een tekort kan leiden tot trage wondgenezing. Een klacht waar met name diabetespatiënten vaak last van hebben. Denk aan de diabetische voet. Uit kleinschalig Australisch onderzoek van 2018 blijkt dat een dagelijkse inname van vitamine C leidt tot een gebalanceerde bloedsuikerspiegel bij diabetes type 2 patiënten. Ook lijken de bloedsuiker uitschieters na de maaltijd te verminderen. Daarnaast zorgt de antioxiderende eigenschap van vitamine C voor een betere afvoer van de glucose uit het lichaam en worden vrije radicalen beter bestreden. Diabetespatiënten hebben een verminderde afweer en zijn gebaat bij voldoende inname van vitamine C. Maar let op, een teveel aan vitamine C kan resulteren in diarree en darmklachten.

Vitamine D

Vitamine D wordt ook wel cholecalciferol genoemd. Veel Nederlanders hebben in de winter last van een vitamine D tekort. Deze vitamine wordt met name opgenomen via zonlicht en daar ontbreekt het tijdens de korte winterse dagen natuurlijk aan. Een klein gedeelte wordt opgenomen uit voedsel, zoals vette vis, vlees en zuivel. Ouderen en mensen met een donkere huidskleur nemen van nature minder goed vitamine D op. Ook blijkt dat jonge diabetespatiënten vaker last hebben van een vitamine D tekort in vergelijking met hun leeftijdsgenoten. Te weinig opname van deze vitamine uit zich in spier- en gewrichtspijn, energietekort, hyperventilatie en depressieve gevoelens. Het aanvullen van het voedingspatroon met een vitamine D supplement kan een mogelijke oplossing zijn.