Alle diabetici hebben ermee te maken: bloed prikken en/of insuline spuiten. Bloed prikken gebeurt met lancetten en het spuiten van insuline met injectiemateriaal zoals pennaalden (en soms nog met insulinespuiten). Deze naalden of lancetten hebben een bepaalde dikte en lengte. Uiteraard doet de lengte ertoe, maar die is eenvoudig af te lezen. Deze wordt ‘gewoon’ in millimeters vermeld. De dikte van een naald daarentegen kan soms wat vragen oproepen. De dikte van een naald wordt namelijk uitgedrukt in ‘gauge’ of ‘G’. In dit artikel gaan we daar dieper op in.
De meeteenheid ‘gauge’ stamt uit de negentiende eeuw. In die periode was er nog geen universele eenheid om de dikte van materiaal aan te geven. Vanuit de Britse industrie is toen ‘gauge’ aangenomen. Een universele waarde voor de dikte van materiaal (staal en ijzer). En die wordt tot op de dag van vandaag gehanteerd. Hoe hoger de G, hoe dunner de naald. Een naald van 16G is dus (veel) dikker dan 30G. En het is niet zo dat bijvoorbeeld 15G twee keer dikker is dan 30G.
Omrekenen van gauge (G) naar millimeter (mm)
Met onderstaande tabel kunt u het aantal G’s eenvoudig omrekenen naar millimeters.
| Aantal G | Aantal millimeter (mm) |
|---|---|
| 15G | 1,8 mm |
| 16G | 1,6 mm |
| 17G | 1,4 mm |
| 18G | 1,2 mm |
| 19G | 1,0 mm |
| 20G | 0,9 mm |
| 21G | 0,8 mm |
| 22G | 0,7 mm |
| 23G | 0,6 mm |
| 24G | 0,55 mm |
| 25G | 0,5 mm |
| 26G | 0,45 mm |
| 27G | 0,42 mm |
| 28G | 0,37 mm |
| 29G | 0,34 mm |
| 30G | 0,31 mm |
| 31G | 0,29 mm |
| 32G | 0,27 mm |
| 33G | 0,25 mm |
| 34G | 0,23 mm |
| 35G | 0,21 mm |
Tot zover de algemene uitleg over gauge en het omrekenen ervan naar millimeters. Voor lancetten houdt het verhaal daarmee ook direct op. Een lancet is immers ‘maar’ een naaldje. Voor injectiemateriaal is ook nog een andere element van belang.
Insuline spuiten
Als we nu kijken naar pennaalden om insuline toe te dienen, dan doet ook de naaldwand er toe. Of beter gezegd, de dikte van de naaldwand. Deze naaldwand is de afgelopen jaren gelukkig steeds dunner geworden. Hierdoor kan insuline er sneller en eenvoudiger doorheen stromen. BD noemt dit de ‘thin wall technologie’. Als er meer ruimte binnenin de naald is, kan insuline met minder kracht en dus met minder pijn in kortere tijd worden toegediend. Dus behalve het aantal G doet ook de naaldwand van injectiemateriaal ertoe.
Beperken huidschade
Het advies is altijd om pennaalden slechts eenmalig te gebruiken. Daar is het materiaal ook op ontworpen. Pennaalden zijn kwetsbaar. Wanneer een pennaald nogmaals gebruikt wordt, zal de de punt niet zo scherp meer zijn en is het glijmiddel verdwenen. Hierdoor kan de huid makkelijker beschadigen. Bovendien neemt ook de kans op infecties toe. Na gebruik zijn de naalden niet meer steriel! Ook kan insuline in de naald gaan kristalliseren en de naald blokkeren, waardoor er bij een volgende injectie mogelijk minder of zelfs geen insuline uit de naald komt. Het is verder belangrijk regelmatig te wisselen van injectieplaats, zodat de huid de tijd krijgt om te herstellen.